Beroepen: Metselaars  (en steenhouwers) op antieke tegels

Wandbord Goedewaagen met metselaar. 2e helft 20e eeuw.


Een beperkt aantal tegels met metselaars kan ik U tonen. Tussen de vele duizenden foto's van tegels die we in het archief hebben zitten is er maar een beperkt aantal 17e eeuwse tegels met de voorstelling van een metselaar. Wel bijzonder is het exemplaar van een 17e eeuwse metselaar met een troffel in de hand waarboven een kroontje is geschilderd. Het zou hier kunnen gaan om een metselaar die geslaagd is voor zijn meesterproef dan wel meestergezel is. 


Maar meer aannemelijk is dat het hier gaat om een gildeteken zoals meerdere beroepen dat ook hadden. Overeenkomsten zijn er ook met de Vrijmetselaren - Broeder-Bouwers- en ook op de tegels is te zien dat sommige metselaars  voorschoten en maatstokken dragen.


Metselaars op antieke tegels, 17e eeuw


Troffel uit de 17e eeuw. Is uit een stuk gesmeed.


Tegel met metselaar die een troffel vasthoudt met een kroontje er boven. 17e eeuw 

Tegel met metselaar die een schietlood en winkelhaak vasthoudt. 17e eeuw 


Tegels met metselaars met troffel en maatstok. 17e eeuw 


Metselaars op antieke tegels, 19e t/m 20e eeuw


Kleipijpen 17e/18e eeuw

Zeldzaam kleipijpje met als zijmerk voorstelling van een truweel(troffel) en het bijmerk met  Gouds stadswapen. 
1740 - 1760. Gouda. Pijpenmaker: Roelof Glasbeek.

Kleipijp.  Trechter vroeg model. Hielmerk: Truweel (troffel). Gouda.  1670-1690.
Pijpenmaker: Teunis Fransz of Heijndirck Potvliegh

Kleipijp (lade5FM016). Trechter. Troffel. Gouda.
1708-1730
Pijpenmaker: Willem Pietersz. Steenvoeder


Kleipijp . Ovoidepijp. Hielmerk: Truweel (Troffel).
Gouda. Ca. 1755. Pijpenmaker:  Jan van Beek


Aryen Tobiasz de Seeu, metselaar en pijpmaker in Gouda.

Op 24 juni 1636 bewijst zekere Aryen de Seeu, tabacxpijpmaker te Gouda, aan zijn 3 minderjarige dochters Leentgen, Pietertgen en Jannetgen het erfdeel (6  Carolusguldens elk) van hun kort tevoren (vermoedelijk op 8 of 9 maart 1636) overleden moeder Neeltge Wouters. Wie waren Aryen de Seeu en Neeltgen Wouters? Onder de ingang De Seeu o.i.d. of via voor de hand liggende patroniemen als Aryens, Fransz en Claesz is hun huwelijk niet te vinden. Wel vinden we onder de ingang Neelke Wouters een huwelijk tussen 'Aryaan Tobiasz, jongman van Vlissingen , woonende in de Noot­godtsteech' en 'Neelke Wouters, jongedochter van Haestrecht woonende op de Haven'. De ondertrouw vond plaats in de toen al gereformeerde Sint Jan op 18 februari 1623. Bij de verdere identificatie bood het register van het Hoofdgeld 1622 uit­komst. Daaruit blijkt dat een Neeltgen Wouters, van Haast­recht, deel uitmaakte van het huishouden van Lysbeth Wouters, van Haast­recht en Wouter Cornelisz op de Oostzijde van de Haven.

De familie­relaties in dit huishou­den worden niet duidelijk; mogelijk betreft het een vader met twee dochters. Nog interes­santer is de aanwezigheid van Aryen de Seeu, 'slaper' (kostganger) in een huishou­den in de Noodtgodtsteech. De enige andere Aryen die op dat moment in de Noodtgodts­teech woonde was een Aryen Claesz, die echter gezinshoofd was. We kunnen dus gevoeglijk aannemen dat de uit Vlissingen afkomstige Aryaan Tobiasz te identifi­ceren valt met de tabakspijpma­ker Aryen de Seeu. Dit is ook goed te rijmen met het feit dat Aryaan Tobiasz voor zijn huwelijk als kostgan­ger in andermans huis leefde. 

 

28-03-1629 Geertjen, d.v. Arien de Seeu en Neeltgen Wouters, getuige Grietjen  Ariens.

21-07-1634 Jannetgen, d. v. Aerien Tobiassz en Neeltge Wouters. Geen getuigen.

 

Vervolgens kunnen we ook nog 'Aryen de Seeu, metselaer', wiens kind op 28 mei 1623 werd begraven, identiek verklaren met de pijpmaker Aryen de Seeu: er is een schuldbekentenis bekend van 'Arien Thobiasz, metselaer' dd. 9 oktober 1626. De pijpmaker Aryen de Seeu was dus eerder in zijn leven ook metse­laar, en het begraven kind was kennelijk de eerstgeborene uit zijn huwelijk met Neeltge Wouters. 

Uit het bovenstaande is wellicht het volgende af te leiden. Pijpenmakers oefenden wellicht daarnaast ook het metselaarsberoep uit.  Meestal werd er van half oktober tot begin maart niet gemetseld in die tijdsperiode (middeleuwen-ca. 1800). De kalkmortel uit die periode (tot ca. 1800) was niet vorstbestendig en zeer wintergevoelig (mededeling Gijs Rijswijk).

 


Steenhouwers

Een steenhouwer is een handwerksman die natuursteen met hamer en beitel bewerkt uit natuursteen in een steenhouwerij. Ook werkzaam om voorwerpen te restaureren die gemaakt zijn van natuursteen. De benaming steenhouwer wordt abusievelijk ook wel voor beeldhouwers gebruikt. Beeldhouwen behoort echter tot de beeldende kunst; steenhouwen is een ambacht.

Drie tegels met de voorstellingen van steenhouwers. 17e eeuw.